Biografie

Beknopt levensbeschrijving van Waraqa Ibn Nawfal

Hafiz Ibn Hajar al-Asqalani (overleden 856) schrijft: Zijn volledige naam is Waraqa Ibn Nawfal Ibn Asad Ibn Abd al-‘Uzza Ibn Qusay al-Qurayshi al-Asadi. Hij is de vaderlijke oom van de vrouw van de Profeet –Allah schenke hem zegen en vrede— Vrouwe Khadija –Allah zijde tevreden met haar—.

Al-Tabari, al-Baghawi, Ibn Qana’a, Ibn al-Sakan en anderen noemden hem onder de metgezellen [Sahaba] en ze noemden allemaal deze hadith: Ibn Abbas vertelde dat Waraqa Ibn Nawfal over zichzelf zei: “O Muhammad! De engel die naar u toe komt, hoe komt hij naar u toe?” Hij antwoordde: “Hij komt naar mij vanuit de lucht. Op zijn vleugels zijn parels en zijn zool is groenachtig.” Al-Imam Ibn Asakir zei dat Ibn Abbas –Allah zijde tevreden met hem— het niet van Waraqa hoorde en ik heb van niemand gehoord dat Waraqa de islam accepteerde.

Dit is bezwarend omdat in Sahih al-Bukhari 3 wordt vermeld dat Waraqa zei: “Dit is die Namus [Jibril] die naar Musa neerdaalde. O, wat zou ik willen dat ik nu jong was! O, wat zou ik willen dat ik levendig was als uw volk u zou verdrijven.” In het laatste deel van deze hadith wordt vermeld dat Waraqa hierna nog niet vele dagen in leven was en was overleden. Het is duidelijk dat in deze hadith Waraqa het profeetschap van de Profeet –Allah schenke hem zegen en vrede— bevestigde, maar dat hij eigenlijk stierf voordat de Profeet –Allah schenke hem zegen en vrede— de mensen tot de islam riep. Dus vertrok hij in een staat als een priester.

Het noemen dat Waraqa Ibn Nawfal onder de metgezellen behoort blijft dubbelzinnig. Hoewel, Umar Bin Sharhabil, die tot de nobele Taba’in behoort, zei dat de Boodschapper van Allah –Allah schenke hem zegen en vrede— tegen Vrouwe Khadija zei: “Toen ik in afzondering zat, hoorde ik een stem. Dus bij Allah! Ik vreesde voor me eigen zelf.” Vrouwe Khadija zei: “Allah verhoede! Allah zal u dit nooit aandoen. Dus bij Allah! U vervult de toevertrouwing van zaken.” Toen zei Waraqa: “Blijde tijdingen voor u. Inderdaad, ik getuig dat u de geopenbaarde Profeet bent. Hetzelfde die aan Ibn Mariam werd geopenbaard, en inderdaad dezelfde Namus [Jibril] die naar Musa kwam. Inderdaad, u bent de profeet met een boodschap. Waarlijk, er zal na enige tijd de godsbepaling van Jihad aan u worden geschonken en als tijd voor mij verlengd wordt dan zal ik u zeker bijstaan in uw Jihad.” Daarna stierf hij. Toen zei de Boodschapper van Allah –Allah schenke hem zegen en vrede—: “Ik zag de priester in het paradijs, gekleed in een zijden kleed omdat hij het geloof omarmde en mij bevestigde” [Dala’il al-Nabuwwa al-Bayhaqi: vol. 2, p. 158].

Al-Imam al-Bayhaqi schreef na het noemen van deze hadith dat de keten onderbroken is.

Alhoewel, deze hadith wordt versterkt door de overlevering van al-Zubayr Nikar met zijn eigen overleveraarsketen, dat toen Bilal –Allah zijde tevreden met hem— op zijn buik in het hete zand werd geplaatst terwijl hij gestraft werd en zei: “Ahad, Ahad.” Toen kwam Waraqa voorbij en zei: “O Bilal! Blijf het voortzeggen van ‘Ahad, Ahad’. Bij Allah! Als jullie hem zou doden, zou Allah hem in genade bedekken.”

Deze hadith is umdah mursal en wordt gebruikt als bewijs dat Waraqa in die tijd nog leefde toen de Boodschapper van Allah –Allah schenke hem zegen en vrede— mensen tot de islam opriep. Dus Bilal accepteerde de islam toen. Deze hadith en die van Aisha –Allah zijde tevreden met haar— zijn conform, omdat wanneer ‘Aisha zei dat Waraqa niet lang daarna leefde en stierf, betekende dit dat hij stierf voordat de Islam bekend werd en het decreet van Jihad neerdaalde.

Hoewel, er zijn mensen die bezwaar maken door te zeggen dat Mohammed Bin ‘Aa’iz in ‘al-Mughazi’ vertelt vanuit de keten van Uthman Bin ’Ata al-Khorasani dat Waraqa Ibn Nawfal als een christen stierf. Het antwoord hierop is dat Uthman een zwakke overleveraar is.

Al-Zubayr zei dat Waraqa een hekel had aan de afgoden en reisde naar vele steden om de rechtvaardige religie te leren en de boeken te bestuderen en Vrouwe Khadija vroeg hem over de Profeet –Allah schenke hem zegen en vrede— en hij zou zeggen: “Het is voor mij zeker dat hij de Profeet van de natie is en het is dezelfde openbaring waarvan Musa en ‘Isa blijde tijdingen hebben ontvangen.”

Al-Imam Ibn ‘Adi (overleden 365) vermeldde in zijn ‘al-Kamil’ met zijn eigen keten van Jabir dat de Profeet –Allah schenke hem zegen en vrede— zei: “Ik zag Waraqa in de helling van het paradijs. Hij droeg een zijdeachtig gewaad.” Al-Imam Ibn’ Adi zei: “Deze keten, afgezien van de vader van Isma’il, is uniek.” [Al-Kamil fi Du’afa al-Rijal: vol. 1, p. 520].

Hafiz Ibn Hajar al-Asqalani zei: Al-Imam Ibn al-Sakan overlevert echter met zijn eigen keten met de volgende woorden: “Ik zag Waraqa op een van de rivieren van het paradijs omdat hij zei: ‘Zaid’s en mijn religie zijn één en Zaid’s en mijn God zijn één.’”

Al-Imam Muhammad Bin Abi Shaybah en al-Imam Bazzar overleveren dat ‘Aisha had gezegd dat de Profeet –Allah schenke hem zegen en vrede— het verbood om Waraqa Ibn Nawfal oud te noemen.

Yunus Bin Bakir in ‘Maghazi’ overleverde van ‘Arwah dat Waraqa’s broer een persoon oud noemde, en die persoon zei toen dat Waraqa oud is. De berichtgeven bereikte de Profeet –Allah schenke hem zegen en vrede— en hij verbood hem zo te noemen door te zeggen: “Ik zag in Waraqa één paradijs of twee paradijzen.” Toen verbood hij hem om hem oud te noemen.

Al-Imam al-Bazzar en al-Imam Ahmad overleveren van ‘Aisha dat Vrouwe Khadija de Profeet –Allah schenke hem zegen en vrede— vroeg over Waraqa Ibn Nawfal en hij zei: “Ik zag hem in witte kleren. Ik verwacht dat indien hij uit de mensen van het hellevuur zou komen, geen witte kleren zou hebben. ‘[Musnad Ahmad: vol. 6, p. 56; Musnad Ahmad: 2436, vol. 40, p. 430; Musnad ‘Abd al-Razzaq: 9709; Sunan al-Tirmidhi: 2288; al-Mustadrak: vol. 4, p. 393; Musnad Abu Ya’la: 2047]

[al-Isaba: vol. 6, p. 474-477, Dar al-Kutub al-Ilmiyah, Beirut, 1415]