Sociale rechten

Sodomie [o.a. homoseksualiteit] & Islam

Het allereerste begin van sodomie[note]Anale geslachtgemeenschap (ondanks man of vrouw), oftewel alle islamitisch ongeoorloofde tegennatuurlijke seksuele handelingen waaronder bes­ti­a­li­teit, homoseksualiteit, autoseksualiteit, biseksualiteit, lesbianisme, panseksualiteit, en nog meer.[/note] begon in de schandelijke volksstam van Profeet Lut—Allah schenke hem vrede! en zij hebben deze onzedelijke daad van de vervloekte Satan geleerd [Khazaiyn al-Irfan]. Anale geslachtgemeenschap, een daad van een onnatuurlijke geaardheid, werd zichtbaar onder de mensheid in de ongemanierde volksstam [Sodom] van Lut. Om die reden wordt deze onzedelijke daad sodomie genoemd. Luts buitensporige volksstam, en hun onzedelijke en gruweldaden en de pijnlijke gevolgen ervan zijn nauwgezet vermeld in de Nobele Koran. Bijvoorbeeld in Soera 8:80-84, Soera 11:78, Soera 51:61-66 en in hetzelfde Soera vers 67-77. Afgezien van deze volledige Koranverzen, zijn er ook enkele [specifieke] delen waarin de vermaning van straf tegen de volksstam van Lut in de nobele Koran is genoemd. Zie de [gegeven] vertaling van Soera 7 en zijn 5 verzen, en let op de intense betekenis van deze misdaad.
 
En [Wij zonden] Lut toen hij zeide tot zijn volk: ‘Zult gij zedeloosheid begaan waarin nog geen enkel der wereldwezens u is voorgegaan?’ [7:80] Gij nadert immers de mannen in wellustige begeerte in plaats van de vrouwen. Neen, gij zijt overmoedige lieden. [7:81] En niet was het antwoord van zijn volk anders dan dat zij zeiden: ‘Verdrijft hen uit uw stede zij zijn mensen die zich rein houden.’ [7:82] Toen redden Wij hem en zijn huisverwanten doch niet zijn vrouw die behoorde tot de talmenden. [7:83] En Wij deden regen vallen op hen. Zie dus aan hoe het einde was der boosgezinden. [7:84]
 
Het bovenstaande vers [80] vertelt dat het zo’n schandelijke daad is dat geen mensheid van het universum het ooit heeft gedaan behalve deze onfatsoenlijke volksstam, en geen andere plaats of andere volksstam die deze satanische daad deed. Deze nieuwlichterij staat op de kop van de volksstam van Lut.
 
Vers 81 vertelt dat de schandelijke volksstam naar mannen ging en gebruikte ze in plaats van vrouwen voor hun seksuele begeerte. Op deze wijze ontnamen ze hun eigen geldige recht op hun eigen halve partitie [vrouwenvolk] van hun land door gewoon hun eigen natuurlijke emoties te vleien en zichzelf te dwingen tot hun eigen soort om hun lust te vervullen. En dus, beide door God-gegeven soorten, in plaats van een menselijke formatie en zijn uitbreiding, wordt het als waardeloos iets bewaard in een onvruchtbaar land of in een onontgonnen vallei. Aldus zelfs hun eigen volk en stedelijke gebieden zijn verzwakt door de buitensporige mannen en hun feministische karakteristieke mannen.
 
Alsof de zieke Sodomieten niet zelf voorbereid waren op hun uitsnijding van nageslacht, maar rebelleerden irrationeel samen met het volk en zijn burgers. Wellicht de reden voor de Koran om deze zieke sodomie ‘Musrifun’ te noemen. De betekenis van Musrif is buitensporigheid begaan, vergrijpen, die onwetend wordt, verdiend verlaten en doorgeven aan niet-verdienstelijke, grensoverschrijders (oftewel de grens te betreden zonder een legitiem visum). Het is het wonder van de Koran dat met één zin de hele soort en soorten van sodomie al worden blootgesteld voor het aanbrekende Dag des Oordeels.
 
Vers 82 vertelt dat de mensen die vermanen slechtaardige en mondige mensen zijn, als een hoon voor de Profeet en zijn volgelingen, want zij noemden hen ‘mensen die zich rein houden’. Alhoewel de woorden wezenlijk zijn, werden de woorden uitgedrukt als [onrechtvaardige] verwijt. Ook openbaarden ze zelfs hun plan om zijn eigen volk te bevolken, dat niemand zou moeten bestaan om hen te stoppen van hun demonische daad. Evenzeer is dit precies de huidige toestand van de regio’s van deze wereld waar de sympathisant van sodomie aanwezig is, dat zelfs zij willen dat de ware verzoeners op een of andere manier weg zijn, zodat er uiteindelijk niemand is om hen te stoppen en dat het algemeen aanvaard wordt om hun dierengedrag te vertonen.
 
Vers 83 vermeldt de zware straf voor de sodomieten en zijn verzoeners. Echter, om de straf af te wenden, smeekte Profeet Ibrahim—Allah schenke hem vrede! voortdurend bij Allah, en zelfs dan was de straf nog steeds niet verordend. Zodat de mensheid zich er goed van bewust wordt dat sodomie een verwijtbare en exorbitante daad is waardoor zijn vermaning gepaard gaat met een zware straf. Vervolgens wordt deze zware straf nauwkeurig vermeld in de Koran voor de komende generaties om zich bewust te zijn van de gruwel met zijn ernstige gevolgen, zodat ook de minimaal-geïnformeerde generaties haar vermaning krijgen.
 
Dit zijn slechts enkele verzen die wij summier hebben uitgelegd. Als we elk vers van de Koran met betrekking tot sodomie zijn vermaning en zijn gepaarde zware straf moeten uitleggen, dan is een databank nodig. Laten we enkele hadith voorleggen, zodat de verhoogde gruwel van sodomie goed wordt aanvaard in ons intellect.
 
De Profeet—Allah schenke hem zegen en vrede! zei: “Hij die geslachtgemeenschap heeft met zijn vrouw in haar achterwerk is vervloekt.” [Sunan Abi Dawud: 2162]
 
De Profeet—Allah schenke hem zegen en vrede! zei: “Allah zal niet naar een man kijken die geslachtgemeenschap heeft met zijn vrouw in haar achterwerk.” [Ibn Majah: 1923]
 
Boodschapper van Allah—Allah schenke hem zegen en vrede! zei: “Indien iemand de handelingen van het volk van Lut behaagt, dood dan degene die het doet alsmede degene waaraan het gedaan is.” [Jami ‘al-Tirmidhi: 1456]
 
Na het geven van beknopte aandacht aan deze nobele verordeningen, accepteert het rationele gemakkelijk dat sodomie de oorzaak is van Allah’s vloek en de reden voor de afstand van Zijn genade. Voor zowel de doener als het object is het een uiterste rechtzinnigheid en een volledige vermaning van haar zware straf. Een islamitische samenleving zal sodomie altijd weerstaan, omdat het voor zijn verenigingsidentiteit kwaadaardigheid is en een vergif voor spiritualiteit.
 
Ten slotte zullen we aantonen dat in de islamitische gerechtigheid de straf voor deze smerige daad plaatsvond. In de edele tijd van de Profeet—Allah schenke hem zegen en vrede! was er geen sodomitische rechtszaak en om die reden is er geen specifieke straf vastgesteld in de islamitische gerechtigheid. Echter, in de tijd van het eerste kalifaat van Sayyiduna Abu Bakr al-Siddiq—Allah hebbe welgevallen aan hem! werd een aanvraag gezonden vanuit Khalid b. Walid uit een andere stad over de straf in verband met deze misdaad. Dus Sayyiduna Abu Bakr—Allah hebbe welgevallen aan hem! raadpleegde de mensen van advies (Fuqaha Sahaba). In het licht van het Boek en de Soennah, beraamde verschillende metgezellen verschillende straffen. De mening van Sayyiduna Umar al-Faruq en Sayyiduna Uthman al-Ghani—Allah hebbe welgevallen aan hen! was dat zowel de doener als het object [van de misdaad] onder een oud gebouw moesten worden geplaatst en dan moest dat gebouw op hen worden laten vallen. Sayyiduna Ibn Abbas—Allah hebbe welgevallen aan hem! gaf het vonnis dat van het hoogste bouwwerk van de bewoners ze eruit zouden worden gegooid en van bovenaf zouden ze met stenen moeten worden geregend. En Sayyiduna Ali—Allah veredele zijn gelaat! was van mening dat de persoon gedood moest worden en zijn korps moest worden verbrand voor het volk, de meerderheid van de nobele metgezellen stemt overeen met het vonnis van Sayyiduna Ali.
 
Imam al-Shafi’ zei dat bij sodomie behoort ten noodzaak een strafrechtelijke doodstraf, ongeacht of hij getrouwd is of niet getrouwd is. Hierdoor wordt, nadat de daad van sodomie is bewezen en de Qadi van de islam niet de doodstraf geeft, de Qadi zondig wegens het niet naleven van de noodzakelijke wet.
 
Imam al-Malik en Imam Ahmad b. al-Hanbal zei dat de straf is om te worden gestenigd tot de dood. Imam Hassan al-Basri zei dat het die straf is die ook geldt voor de echtbreker en echtbreekster. Imam al-Thawri en Imam al-Awza’i hebben hetzelfde vonnis uitgesproken. Imam Abu Hanifa zei dat er voor de misdadigers van sodomie geen beperking is vastgesteld in de islamitische wet, behalve dat de doener een straf verdient. Door het volk de strenge vermaning en de bijbehorende straf te laten zien, wordt het een les voor anderen en het is het recht van de Qadi om de straf te regelen.
 
Op de bewijzen en argumentaties die zijn gemanifesteerd, is de handeling van sodomie in de islamitische wet onomstotelijk verboden, en haar vaststelling van onwettigheid is duidelijk uit het Boek, Soennah en door eensgezindheid van de metgezellen en geleerden.
 
De hele islamitische gemeenschap in het algemeen, en de nobele geleerden, eveneens, in het bijzonder, de imams van de moskeeën, dat dit een religieuze verantwoordelijkheid is om de dienaren van Allah de deugden te bevelen en zich te onthouden van ondeugd. Aldaar de massa te beangstigen van de beloning van de deugd en de straf voor ondeugd.
 
Nederland en enkele Europese regio’s waar sodomie en homoseksualiteit de voogdij krijgen in zijn regionale wetten, is er ook op de moslim, krachtens de islamitische wet, de plicht om het ernstige belang ervan op te leggen. Zodat zij zelf van deze afschuw hun kinderen en de mensen van hun gemeenschap, met name de jonge nageslacht, beangsten voor zijn gruwelijke gevolgen. En Allah alleen leidt naar het rechte pad.

 

Mufti ‘Abd al-Wajid al-Qadri

Khadim Islamic Foundation Nederland

Fatawa Europe p. 503-508.