Sociale rechten

Wat zegt de Islam over de man wiens vrouw ongepast gekleed naar buiten gaat?

Wat is het oordeel van de islamitische leermeesters en de beschermers van de religie in deze kwestie; de regionale gewoonte hier is dat vrouwen op de markt winkelen en met onbedekte hoofd naar buiten gaan, en in plaats van een gepaste kledingdracht dragen ze een sarong. Lopend daarmee worden hun dijen van hun lichaam waarneembaar voor de mannen, en de man verbiedt hen niet. En wanneer er tegen hun echtgenoten gezegd wordt dat het in strijd is met de wet, houdt zulke vrouwen afzijdig. Dan zegt hij dat we nog jong zijn, wanneer onze seksuele aandrang ontstaat, wat moeten we anders doen, we trouwen dan. En de meeste mannen daar zijn op deze wijze geharmoniseerd met diens genoemde vrouwen, hoe is het om achter zo’n man te lezen voor het gebed en Imamat?

Antwoord: Het tonen van de dij is ontoelaatbaar, en tevens voor de vrije vrouw om haar hoofd te onthullen is ontoelaatbaar. Die vrouwen zijn door het handelen van hun daden overtreders, en tegenover de man is het de plicht om zijn vrouw van overtreding te onthouden.

يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُوا قُوا أَنفُسَكُمْ وَأَهْلِيكُمْ نَارًا
Allah zegt: “O gij die gelooft vrijwaart uzelf en uw aanverwanten voor een Vuur.” [66:6]

كُلُّكُمْ رَاعٍ، وَكُلُّكُمْ مَسْئُولٌ عَنْ رَعِيَّتِهِ
En de Boodschapper van Allah (Allah schenke hem zegen en vrede!) heeft verklaard: “Jullie allen zijn je eigen familie haar herders en elke herder zal op de Dag des Oordeels over zijn volk ondervraagd worden.” [Bukhari: 7138]

En inzake de man die hen niet verbiedt, hij zelf is een overtreder [Fasiq] en het gebed achter een overtreder is afkeurenswaardig [Makruh] en om hem een imam te maken is zondig.


لوقدمو فاسقایاثمون
In Ghuniya staat: “Als mensen een overtreder als een imam hebben gemaakt, dan zullen ze zondig zijn.” [Ghuniya al-Mustamli fi’l Sharh Muniyya al-Mussali: p.513]


Bovendien, wanneer zijn vrouw buiten rondloopt met onthulde dijen en hij haar niet verbiedt, dan is hij een dayyuth [pooier, hoorndrager].

دیوث من لا یغار علی امرأتہ او محرمہ
In Durr al-Mukhtar staat: “die persoon is een dayyuth die op zijn eigen vrouw en een andere Mahram geen ghayrah [beschermende jaloersheid, ijverzuchtig] inneemt.”

Voorwaar, als hij haar al slechts verbiedt om zich te onthouden voor zover het zijn bekwaamheid toelaat om deze slechte gewoonte uit te roeien, en de vrouw stemt niet toe dan zal de man geen schuld dragen.

وَلَا تَزِرُ وَازِرَةٌ وِزْرَ أُخْرَىٰ ۚ 
Allah verklaart: “niet heeft een torsende ziel de last van een andere te torsen.” [6:164] En Allah weet het beter.

al-Imam Ahmad Rida al-Baraylwi
6-Safar-1321 || ≈ 6-May-1903
Al-‘Ataya al-Nabawiyya fi’l-Fatawa al-Ridawiyyah 6:479-848#616

Al wiens vrouw ongeschikt gesluierd buiten loopt waarbij de armen, of nek, of buik, of hoofdhaar, of een deel van het been, kortom de verplichting om het lichaam naar behoren te bedekken, dat waarneembaar is of een dunne laag kledingdracht waarmee het lichaam waargenomen wordt, en hij informeert haar niet om zich te onthouden voor zover zijn autoriteit reikt om te reguleren, hij is dan ook een overtreder en een dayyuth [pooier, hoorndrager].

ثلاثة لابد خلون الجنّة العاق لوالديه والديوث ورجلة النساء

De Boodschapper van Allah (Allah schenke hem zegen en vrede!) heeft gezegd: “Drie mensen zullen het Paradijs niet binnengaan, de onrechtpleger jegens zijn ouders, en de dayyuth, en de manachtige vrouw.” Hakim en al-Bayhaqi hebben dit van Ibn ‘Umar (Allah hebbe hem welgevalle!) Sahih overgeleverd. [Sunan al-Kubra al-Bayhaqi]

al-Imam Ahmad Rida al-Baraylwi
6-Jumadi al-Awwal-1317 || ≈ 12-Sep-1899
Al-‘Ataya al-Nabawiyya fi’l-Fatawa al-Ridawiyyah 6:487#619

En wiens vrouw ongeschikt gesluierd naar buiten gaat op dusdanige wijze dat diens ledematen verplicht bedekt alsnog een deel ervan waarneembaar is bijvoorbeeld hoofdhaar, of arm, of onderarm, of nek, of buik, of een deel van het been. Hetzij dusdanig dat het helemaal niet bedekt is, hetzij dat de vorm transparant zichtbaar is, hetzij dat ze niet naar buiten gaat maar thuis zijn voortdurend niet-verwanten aanwezig en daarbij blijft ze voortduren in deze gemoedstoestand en haar man maakt haar niet bewust van deze zaken, dan is hij zelf een dayyuth en een overtreder.


al-Imam Ahmad Rida al-Baraylwi

29-Dhu al-Qadha-1317|| ≈ 31-Mar-1900

Al-‘Ataya al-Nabawiyya fi’l-Fatawa al-Ridawiyyah 6:494#624